In Nederland gelden strenge wettelijke normen voor de aanwezigheid van ziekteverwekkende micro-organismen (pathogenen) in het drinkwater. Olympische zwembaden komen hierin natuurlijk niet voor, in plaats daarvan wordt er gewerkt met een infectierisico. Falco van Driel, hydroloog bij Waterleiding Maatschappij Limburg (WML), legt uit hoe het werkt: “In het Drinkwaterbesluit is vastgelegd dat de kans dat mensen een infectie oplopen als gevolg van het consumeren van drinkwater kleiner moet zijn dan 1:10.000 per jaar. Wij moeten als drinkwaterbedrijf voor vier ziekteverwekkende micro-organismen aantonen dat we hieraan voldoen. Voor de insiders: het gaat om Campylobacter, Cryptosporidium, Giardia en (entero)virussen.”
Het bepalen van infectierisico’s: richtsnoer als handvat
Falco: “We moeten de zogeheten Analyse Microbiologische Veiligheid Drinkwater (AMVD) elke vier jaar uitvoeren voor bepaalde typen winningen. Hoe we te werk moeten gaan is nauwkeurig beschreven. Voor 2020 werkten we met de ‘inspectierichtlijn AMVD‘ en vanaf 2020 met het ‘richtsnoer AMVD’. Het richtsnoer is opgesteld door de Inspectie Leefomgeving en Transport, in samenwerking met RIVM, KWR, de drinkwaterbedrijven en verschillende laboratoria. Ten opzichte van de eerdere richtlijn omvat het duidelijkere informatie over het bepalen van infectierisico’s van grondwater. Ook geeft het richtsnoer betere informatie over het omgaan met ‘rendementen’ van analyses. Dat is een maat voor het percentage micro-organismen dat verloren gaat tijdens laboratoriumanalyses en waarvoor je moet corrigeren.”
Hoe werkt een risicoanalyse in de praktijk?
“Dat verschilt per type winning. Voor grondwater bijvoorbeeld is de kans op microbiële verontreinigingen klein en is er vaak geen meetprogramma nodig. Voor oppervlaktewater ligt dat anders, daar zitten wel veel micro-organismen in. Wij voeren de AMVD uit voor vier locaties waar geïnfiltreerd Maaswater wordt gewonnen, of waar het grondwater kwetsbaar is voor microbiële verontreinigingen. Op hoofdlijnen gaat dat als volgt :
1. Analyse kwaliteit van de bron
Allereerst kijken we naar de kenmerken van de winning en bepalen we potentiële risico’s. Zijn er factoren die de waterkwaliteit van het oppervlaktewater of grondwater kunnen bedreigen, bijvoorbeeld de aanwezigheid van rioleringen of uitwerpselen van dieren? Op basis van deze risico’s bepalen we het meetprogramma.
Daarna wordt de waterkwaliteit van het bronwater geanalyseerd. Daarbij worden niet alleen de concentraties van de vier pathogenen bepaald , maar ook de concentraties aan zogenaamde ‘indicatororganismen’. Dit zijn organismen die zich ongeveer hetzelfde gedragen in het milieu als de pathogenen, maar in hogere concentraties voorkomen en daarom makkelijker te vinden zijn.
2. Kwaliteit van het water na bodempassage
De eerste belangrijke zuiveringsstap waarbij veel micro-organismen worden verwijderd is bodempassage van het geïnfiltreerde oppervlaktewater. Het water wordt opgepompt in pompputten en verzameld in een pompstation (gezamenlijk ruw water genoemd).
Vervolgens wordt zowel het water in de pompputten als het gezamenlijk ruw water geanalyseerd. Alleen de indicatororganismen worden dan nog bepaald: de pathogenen zelf zijn niet meer meetbaar.
Bij het bepalen van de waterkwaliteit werken we nauw samen met AQZ. Zij nemen de monsters en zorgen ervoor dat deze worden geanalyseerd. Het bijzondere daaraan is dat er – om de lage concentraties pathogenen op te sporen – vaak grote monsters nodig zijn. Hoe verder het water gezuiverd is: hoe groter de monsters moeten zijn. Hiervoor heeft AQZ een speciale bemonsteringsmethode ter beschikking, Hemoflow genaamd.
Het bemonsteren van grote volumes water via Hemoflow: specialisme van AQZ Hoe bepaal je het aantal pathogenen in water, als ze in hele lage concentraties voorkomen? AQZ werkt daarvoor met een speciale bemonsteringsmethode: Hemoflow. Marco Nagtzaam, coördinator buitendienst bij AQZ voor de regio Oost, licht de methode toe: Dit is een circulair proces: de micro-organismen die achterblijven komen weer terug in de opvangketel en het schone water lozen we (ongeveer 900 ml per minuut). Automatisch wordt hierdoor de opvangketel weer bijgevuld met monsterwater. Door dit proces wordt de concentratie in de opvangketel steeds hoger. Als laatste stap worden het filter en de slangen uitgespoeld in een monsterfles van 0,5 liter. Het uiteindelijke concentraat in de fles bevat dan de micro-organismen van de oorspronkelijke 1000 liter water. In dit concentraat zijn de mogelijk aanwezige micro-organismen dan wel detecteerbaar. De omvang van het monstervolume hangt af van de kans op het aantreffen van micro-organismen. Voor oppervlaktewater – dat relatief troebel en vervuild is – nemen we volumes van 200 liter. Zo’n bemonstering neemt in totaal zo’n 3,5-4 uur in beslag. Voor het (reeds voorgefilterde) water in pompputten en gezamenlijk ruw water zijn de benodigde volumes hoger, tot wel 1000 liter. Dit laatste noemen we een ‘overnachtbemonstering’ en duurt ongeveer tussen de 18 en 22 uur. Bij AQZ voeren we jaarlijks circa 75 AMVD Hemoflow-bemonsteringen uit voor WML. Daarnaast werken we voor Evides en Brabant Water. Wij noemen Hemoflow bij AQZ een ‘speciale bemonstering’, want het is toch net iets anders dan een standaard monstername. Het is specialistisch werk: je moet een bepaalde routine hebben met de opstelling. Als er na een overnachtbemonstering een lek is opgetreden of het monsterpunt is uitgeschakeld, is alles voor niets geweest. Ook is het belangrijk om hygiënisch te werken, niet alleen voor een kwalitatief goed monster, maar ook voor de gezondheid van de monsternemer. Het monstervolume kan immers mogelijk een ‘hoge concentratie’ pathogene micro-organismen bevatten. Je moet alert blijven en de techniek goed onder de knie hebben, maar dat maakt het werk uitdagend en mooi!” |
Dankzij de AMVD - en de zorgvuldige analyses- worden eventuele kwetsbaarheden bij winning en zuivering tijdig opgemerkt.
3. Berekenen van het rendement van de zuivering
Na bodempassage ondergaat het gezamenlijk ruw water verschillende andere zuiveringsstappen, die afhangen van het type winning. De fase van bemonsteren en analyseren voor de AMVD is nu voorbij, want ook de concentraties van de indicatororganismen zijn dan niet meer goed meetbaar.
We gaan dan heel theoretisch verder. Op grond van literatuurstudies berekenen we hoeveel pathogenen er in de zuiveringstappen worden verwijderd. Op basis daarvan berekenen we de concentratie pathogenen in het drinkwater én het infectierisico. We doen dat met complexe kansberekeningen, die rekening houden met de spreiding van data en spreiding van zuiveringsrendementen.
4. Rapportage
We werken de risicoanalyse uit in een rapportage, waarin ook het meetprogramma voor de jaren erna is opgenomen. We sturen die naar de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), die moet goedkeuren of de analyse goed is uitgevoerd en of ons drinkwater aan de norm voldoet. Zij worden daarbij geadviseerd door het RIVM, die een toetsing uitvoert van de risicoanalyse. Mocht ILT geen goedkeuring geven, dan moet het drinkwaterbedrijf een plan maken voor verbetering. Maar, dat komt gelukkig zelden voor. Want dankzij de AMVD - en de zorgvuldige monstername en analyses van AQZ – worden eventuele kwetsbaarheden bij winning en zuivering tijdig opgemerkt. Het Nederlandse drinkwater is erg betrouwbaar.”
Geïnteresseerd?
Neem contact op met Joost Nooijens, e-mail: joost.nooijens@aqz.nl